Introductie

Op aangiften en aanslagen van de Belastingdienst vindt u vaak codes. Deze codes geven informatie over het soort belasting, de periode en het type aanslag. Hieronder leest u hoe u deze codes kunt begrijpen.

  • Heeft u alleen het aanslagnummer? Dan kunt u hiermee het betalingskenmerk opzoeken.
  • Heeft u alleen het betalingskenmerk? Dan kunt u hiermee achterhalen om welke aanslag het gaat.

Betekenis van de letters

Omzetbelasting

  • B – Omzetbelasting
  • F – Naheffingsaanslag omzetbelasting
  • O – Teruggave omzetbelasting

Loonheffingen

  • L – Loonheffing
  • A – Naheffingsaanslag loonheffing
  • J – Teruggave loonheffingen / bijdrage Zorgverzekeringswet

Inkomstenbelasting

  • H – Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
  • N – Inkomstenbelasting (gemoedsbezwaarden)

Zorgverzekeringswet

  • W – Zorgverzekeringswet

Vennootschapsbelasting

  • V – Vennootschapsbelasting

Motorrijtuigenbelasting

  • M – Motorrijtuigenbelasting
  • Y – Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting

Toeslagen

  • T – Eindigt op een 1: Kinderopvangtoeslag
  • T – Eindigt op een 2: Huurtoeslag
  • T – Eindigt op een 3: Zorgtoeslag

Overig

  • Z – Overige

De codering in cijfers is als volgt:

Voor de letter ziet u het fiscaal nummer of het BSN. Na de letter volgt de tijdvak- en statuscodering.

Statuscodes

  • 0 t/m 5 – 1e t/m 5e voorlopige aanslag
  • 6 – Definitieve aanslag
  • 7 t/m 9 – 1e t/m 3e navorderingsaanslag

Periodecodes

  • 01 t/m 12 – Maandnummer (januari t/m december)
  • 21 – 1e kwartaal
  • 24 – 2e kwartaal
  • 27 – 3e kwartaal

30 – 4e kwartaal


Vragen over uw aanslag of aangifte? 

Neem gerust contact met ons op, wij leggen het graag helder aan u uit.